Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen werd de koning [60]bij zichzelven [61]zeer vrolijk, en zeide, dat men Daniel uit den kuil [62]trekken zou. Toen Daniel uit den kuil opgetrokken was, zo werd er [63]geen schade aan hem gevonden, [64]dewijl hij in zijn God geloofd had. 60. Of, over zichzelven, of daarover. 61. Chaldeeuws, zeer goed. Zie de aantekening Richt.16:25. 62. Vermoedelijk is Daniel met koorden daaruit getrokken, gelijk met Jeremia geschied is, Jer.38:. 63. Of, verzering, kwetsing, leed. 64. Dat is, dewijl hij op zijnen God vertrouwd had. Daniel zal wel niet geweten hebben dat hem God door zulk een wonder zou verlossen, maar hij heeft geloofd en vertrouwd dat God hem niet verlaten zou. Zie Fillip.1:21. Wat het geloof in den almachtigen God vermag, zie ook Hebr.11:7, tot het einde van het hoofdstuk.